Het clichébeeld van een vertaler als een eenzaam, met zijn laptop vergroeid wezen is soms niet zo ver van de werkelijkheid. Als een echte introvert kan ik er intens van genieten om de hele dag alleen maar met een vertaling bezig te zijn zonder iets te hoeven overleggen. Toch heb ik in 2018 met een aantal projecten meegedaan waaruit de waarde van contact met collega’s duidelijk blijkt.
Zo is in april het eerste luisterboek in mijn vertaling verschenen. Ik heb aan Passe-partout samen met mijn collega Iwona Mączka gewerkt en ik ben erg blij met deze ervaring. We hebben om en om afleveringen vertaald, elkaars vertalingen gelezen om vertaalproblemen gelijk op te lossen en onze stijl op elkaar te laten lijken.
Daarnaast heb ik deel kunnen nemen in tweedaagse vertaalworkshops van Biuro Literackie, waar een selecte groep van literaire vertalers samenkwam om over hun fascinaties te vertellen. We hadden ook tijd om – onder leiding van een vooraanstaand vertaler Jerzy Jarniewicz – stil te staan bij theoretische vragen: wat is een (goede) vertaling? Wat is de positie van een vertaling binnen literaire tradities? En wie is de vertaler dan? In mijn dagelijks leven kom ik tijdens het werk niet zo vaak aan theorie toe: het was dus heel fijn om van gedachtes te kunnen wisselen met collega’s.
Ik begin 2019 met nieuwe energie en hoop dat er komend jaar veel mooie projecten op mijn pad verschijnen!